Met de dramadriehoek, een TA-concept ontwikkeld door Steve Karpman, kan je patronen en blokkades in communicatie opsporen. De dramadriehoek kent drie posities: de Aanklager, de Redder en het Slachtoffer. Deze drie posities zijn complementair en versterken elkaar.
- De Redder is de positie van waaruit iemand veelal ongevraagd hulp aanbiedt waardoor hij de verantwoordelijkheid van de ander overneemt. Hij maakt door zijn hulp anderen afhankelijk.
- De Aanklager schept er genoegen in anderen te raken op hun zwakke plekken om daarmee de schuld bij anderen neer te leggen. Zo zadelt hij de ander met een schuldgevoel op en reageert hij niet in het belang van zichzelf of de ander.
- Het Slachtoffer is de positie van waaruit iemand zich hulpeloos gedraagt, uit angst voor het nieuwe, uit angst om risico's te nemen of fouten te maken. Het Slachtoffer kan Slachtoffer zijn op een zielige manier waardoor hij reddersgedrag uitlokt of op een irritante manier waardoor hij anderen uitlokt om hem aan te klagen.
Kenmerkend voor de Dramadriehoek is dat de rollen zuigkracht op elkaar uitoefenen: de rollen vullen elkaar aan en kunnen niet zonder elkaar. Stapt iemand in een positie van Redder, dan wordt de andere persoon uitgenodigd in Slachtoffer of Aanklager. Gesprekken binnen de Dramadriehoek leveren conflicten, teleurstelling en frustratie op én het gevoel door de andere niet werkelijk gehoord en gezien te worden. Geen van de partijen heeft het gevoel echt serieus genomen te worden.
Vaak heb je in de Dramadriehoek een favoriete positie. Het is de rol die je als kind spontaan innam als er zich problemen voordeden. Kom je als volwassene onder druk te staan, dan stap je het makkelijkst opnieuw in deze gekende positie. Als je in de Dramadriehoek stapt, reageer je soms meer op het verleden dan op de situatie in het hier-en-nu.
Gelukkig hoef je niet in de dramadriehoek te blijven hangen. Je kunt eruit stappen - en dus in de winnaarsdynamiek stappen - door onder meer:
- de ander verantwoordelijk te laten blijven voor zijn keuzen en de acties die daaruit volgen
- verwijten om te zetten in behoeften
- te vragen of je advies mag geven en na te gaan wat de ander van plan is daarmee te doen
- assertief je behoefte te uiten en je grenzen te bewaken en daarbij ook rekening te houden met de ander.